Verslag van de zoektocht naar de eitjes van de Sleedoornpage

Op een zeer winderige woensdagochtend, 24 januari, gingen we enthousiast op zoek naar eitjes van de sleedoornpage in Nunspeet. Met wel 11 paar ogen zou dat toch zeker moeten lukken. En ja hoor, bij het eerste sleedoornstruikje dat we onderzochten was het al raak! Een eitje!

En weldra volgden er meer. We zochten op verschillende plekken in Nunspeet en kwamen op een totaal van 45 eitjes uit aan het einde van de ochtend. Zeer tevreden, maar ook verkleumd door de harde wind, konden we bijkomen met een kop dampende soep aan de Zuiderzeestraatweg!

De eitjes van de sleedoornpage zijn piepklein, net een speldenknopje en wit met een blauwe waas. Ze zijn te vinden in een okseltak van de sleedoornstruik. Hierdoor vallen ze toch wel op tegen de donkere achtergrond van de takken. Als je de eitjes door een loepje bekijkt zijn ze mooi rond, rondom cirkelvormig ingekerfd met in het midden een gaatje. Hier zal het piepkleine rupsje uit tevoorschijn komen in het voorjaar. Vanaf juli kruipen de eerste vlinders uit hun pop.

De sleedoornpage is altijd lastig waar te nemen omdat deze zo verborgen leeft. Vaak vliegt deze rond de toppen van struiken.   Vandaar het vaststellen en voorkomen van de soort via het tellen van de eitjes. De vlinder is namelijk zeldzaam en staat op de Rode lijst als bedreigd! Hij komt, naast een aantal andere locaties door Nederland heen, langs de randen van de Veluwe voor. Best bijzonder dus, dat er een populatie van de sleedoornpage al jaren in Nunspeet gevestigd is. Wat zou het geweldig zijn als de soort zich zou uitbreiden in die omgeving. Reden genoeg om in de winter een sleedoornstruik eens nader te onderzoeken!

Tekst en foto’s: Betty Dekker