Donderdag 20 juli hebben we, zes personen, bij mooi zonnig weer en zo’n 20 graden het gebied rondom het Watergraafsmeertje bij Garderen geïnventariseerd.
Dit meertje ligt in het kilometerhok waarvan we vorig jaar de aanwezige planten geïnventariseerd hebben. Het gebied rondom het Watergraafsmeertje is afgesloten voor publiek daarom moesten we dat vorig jaar overslaan. Nu hebben we, met toestemming, dit stuk alsnog geïnventariseerd.
Dit hok was één de witte hokken, een kilometerhokken waarvan bij Floron weinig gegevens bekend zijn.
In totaal hebben we op dat kleine stukje 44 soorten gezien.
Het is een nattig gebied en ligt tussen bos en een heideveld. Enkele jaren geleden zijn rondom het meer veel bomen gekapt. Naast de opschot van bomen groeide er ook de dop- en struikhei.
In het meer lagen veel lichtroze waterlelies, heel mooi. Maar ook groeide er massaal moeraswolfsklauw, waternavel en het waterdrieblad. Naast de algemene voorkomende soorten hebben we ook veel zonnedauw gezien. En veel grassen en russen. Van deze soorten was het af en toe lastig om echt de juiste naam vast te stellen.
Al direct hoorden we witgatjes, alweer op weg naar het zuiden voor de overwintering, vrolijk fluiten. Er waren veel paddenstoelen, zoals de aardappelbovist, de parelamaniet. En de kuifsprinkhaan, de wespenspin met zijn ‘trappetjes’.
Op de terugweg zagen we midden op een zandpad nog een heel veld met grondsterren.
Tekst en foto’s: Dineke de Visser
