Over Voelsprieten als bokkenhorens, 4 september 2020.
Boktorren zijn opvallende insecten. Vaak zijn ze op bloemen te vinden.
In Europa komen ongeveer 600 soorten boktorren voor. In Nederland zijn 86 soorten boktorren inheems.
Van de meeste boktorrensoorten leven de larven in loof- of naaldbomen; sommigen leven in kruiden (distels). Voor de verpopping die in bomen plaats vindt wordt wel gebruik gemaakt van een poppenwieg die met zaagsel aangekleed wordt.
Sommige boktorren-soorten zijn in de schemer of in de nacht actief; anderen zijn dagactief.
Deze bonte ribbelboktor/Rhagium bifasciatum lift mee. Hij kan 12-22 millimeter lang worden.
Aan zijn gebogen voelsprieten is te zien hoe hij aan de naam boktor komt. Hij komt in naaldbos voor en wordt vermoedelijk aangetrokken door de geur van gezaagd naaldhout.
De gewone borstelboktor/Pogonochelus hispidus heeft een lengte van 4-6,5 millimeter. Aan zijn borstschild bevinden zich twee zijdoornen. Hij komt voor op takken van loofbomen. Bij gevaar laat hij zich vallen en graaft zich in in het bladstrooisel. Volgens de nieuwste insectengids zou hij zeldzaam zijn in Limburg en naar het noorden toe steeds zeldzamer worden. Volgens een tabel uit 2008 is het een gewone soort. Dit exemplaar bezocht onze tuin in Ermelo dit jaar.
De ladderboktor/Saperda scalaris kan 11-19 millimeter lang worden. Zijn naam spreekt voor zich: op zijn dekschilden is een gele “ladder” afgebeeld. Deze soort is te vinden aan de voet van en op takken en bladeren van loofbomen. Hij is schemeractief en vliegt op licht af. Soms vliegt hij overdag. Tijdens een nachtvlinderexcursie op Schovenhorst een aantal jaren geleden kwam er een ladderboktor op het verlichte scherm af. Hij komt verspreid in het binnenland voor.
Deze foto werd in de Polder gemaakt.
De laatste boktor die hier voor het voetlicht komt is de vuurboktor/Pyrrhidium sanguineum. Een soort die vuurrood is met vuurrode beharing. Hij kan 8-12 millimeter lang worden. Overdag zit de soort de schors van een eik of op een eikenstammetje. In de nacht op eikenbomen of eikenstammen. Zijn larven ontwikkelen zich in dood eikenhout.
Ze komen soms tevoorschijn uit brandhout.