Over een zwarte voet, 1 oktober 2020
Er bestaat een indianenstam waarvan de leden Zwartvoetindianen worden genoemd.
Deze naam komt ook in het paddenstoelenrijk voor.
In de familie Paxillaceae met 5 soorten heet één van de vijf Zwartvoetkrulzoom/ Tapinella atrotomentosa.
Op de rode lijst van bedreigde soorten wordt hij vermeld met de code KW (=kwetsbaar). De Zwartvoetkrulzoom kan op stronken en begraven hout van naaldbomen worden gevonden (foto 1). Hij is een saprofiet (leeft van dood organisch materiaal) en veroorzaakt bruinrot. Zijn naam attendeert op de voet van zijn steel die bruinzwart en fluwelig is. Op 20 juli van dit jaar vond ik 19 exemplaren van deze soort op Schovenhorst.
Een andere soort is de Gewone krulzoom/Paxillus involutus (foto 2). Zijn hoed is lang ingerold en zijn aflopende lamellen kunnen gemakkelijk van de hoed worden gescheiden, waardoor ze verwant zijn aan de boleten. De Gewone krulzoom is een mycorrhizavormer maar kan ook saprotroof op dood hout leven. Volgens een paddenstoelenboek uit 1975 zou hij eetbaar zijn.
Inmiddels is men er achter gekomen dat er een stof in zit die zich ophoopt in het lichaam van de eter. Als diens bovengrens bereikt is kan dat de dood tot gevolg hebben. Nu staat hij als giftig in de boeken beschreven.
Een derde soort van de familie heet Ongesteelde krulzoom/ Tapinella panuoides (foto 3). Ook deze soort staat op de rode lijst als KW. Hij groeit saprotroof op stammen, stronken en dikke takken van naaldbomen (vooral van den) en heeft geen steel of een hele korte. Ook op bewerkt hout kan hij voorkomen.
De twee andere familiesoorten zijn: Elzenkrulzoom/Paxillus filamentosus die bij elzen op vochtige grond kan voorkomen en de Grote krulzoom/ Paxillus validus, die veel op de Gewone krulzoom lijkt.